In de judosport wordt deze term dan ook gebruikt voor een verwurging. In de textiele technieken betekent het inrijgen, knopen, afbinden of vouwen van de stof, waardoor na het verven van de stof dessins ontstaan.
Bij de Shibori weeftechniek worden de inrijgdraden meegeweven. Deze draden worden, nadat het weefsel van het getouw genomen is, aangetrokken.

Voor geweven shibori heb je een grondstructuur nodig van linnenbinding; daarbij worden draden meegeweven die de "steken" vormen die de stof moeten plooien. Deze geweven flotteringen krijg je door een inlegtechniek te gebruiken of een techniek die van tevoren op het getouw wordt ingeregen. Kepers, overshot en monnikenrand zijn heel geschikt omdat zij zowel een linnenbinding als een geweven flottering hebben.

Nadat het weefsel van het getouw is genomen, worden de meegeweven draden die de flotteringen geven, aangetrokken. Daarna wordt de stof geverfd. Als het droog is worden de draden eruit getrokken; je houdt een linnenbinding weefsel over met een patroon erop van de geweven binding of inlegtechniek.